Stads- en Wijkmonitor 2020

Programma's

Wonen en Stedelijke ontwikkeling

Betaalbaarheid huurwoningen

Minder goedkope, maar meer betaalbare woningen

Nijmegen kent veel huishoudens met lage inkomens. Daar staat weer tegenover dat de stad ook veel goedkopere huurwoningen kent, meestal van woningcorporaties. In Nijmegen is 43% van de voorraad een corporatiewoning, landelijk 29%). Voor elke 100 huishoudens die tot de doelgroep sociale huurwoningen behoren, zijn er 91 van die woningen onder de liberalisatiegrens beschikbaar. Ten opzichte van de wat kleinere doelgroep huurtoeslag is er een klein overschot aan betaalbare corporatiewoningen (tot de aftoppingsgrens).  In vergelijking met de kennissteden ligt deze verhouding een fractie gunstiger in Nijmegen.
Doordat een deel van de  betaalbare corporatiewoningen bewoond wordt door mensen met een wat hoger inkomen, ontstaan niettemin tekorten.
Van de 31200 corporatiewoningen zit zo’n 96% onder de liberalisatiegrens van 737 euro (2020). Deze cijfers zijn door de tijd heen tamelijk constant. Minder constant is het aantal zeer goedkope woningen (< 432 euro). Dat loopt vanaf 2009 terug. Het aantal betaalbare woningen (tussen 432 en 663 euro per maand) neemt de laatste jaren toe van 20.000 medio 2014 tot recent 22.000. De groep corporatiewoningen rond de liberalisatiegrens loopt na een groeispurt tot aan 2014 de laatste jaren terug tot rond 10% van het corporatiebezit.

Figuur: Corporatievoorraad Nijmegen naar huurprijs.

Corporatiehuurders vaak passend gehuisvest

De Nijmeegse corporatiehuurders zijn meestal passend gehuisvest (79%, vergelijkbaar met de gehele groep kennissteden, situatie 2017). Het percentage huishoudens dat met een te hoog inkomen in een woning onder de liberalisatiegrens woont, is met 10,9% een fractie lager dan in de vergelijkingssteden. Duur scheefwonen komt in Nijmegen wat duidelijker minder voor dan in de andere steden (10,5% tegenover 11,8%) Het te goedkoop wonen neemt af, het te duur wonen blijft ongeveer gelijk.
In de particuliere huur is vooral de dure scheefheid groter. In die sector is in Nijmegen 67% passend gehuisvest, een vergelijkbaar aandeel met elders in Nederland.

Woonquotes huurders en eigenaren verschillen

De woonquotes van huurders en kopers verschillen. Huurders zijn een groter deel van het huishoudensinkomen kwijt aan woonlasten. Bij huurders en eigenaren neemt het woonaandeel in het inkomen sinds 2009  toe.
Overigens staat tegenover het grote beslag dat wonen legt op het huishoudensinkomen bij huurders wel dat vaak gaat om kleine huishoudens. 58% van de huurders in zelfstandige woningen zijn éénpersoonshuishoudens en slechts 11 % is een “standaard” gezin (paar met kind(eren)). In de koopsector is de laatste groep nog steeds de grootste categorie (35% van de huishoudens in koopwoningen) en is 30% alleenstaand.
Binnen de huursector liggen de woonquotes van huurders van corporatiewoningen duidelijk lager dan van huurders in de particuliere sector (ca. 5%-punt verschil).

Figuur: Netto woonquotes van huishoudens in de huur en koopsector. Bron: Woononderzoek/Citavista.

Relatief laag aandeel huishoudens in corporatiewoningen met betaalrisico

Ongeveer 13% van de huishoudens in corporatiewoningen in Nijmegen kende in 2017 een betaalrisico. Dat betekent dat het inkomen te laag is om aan alle uitgaven te voldoen. Dit percentage is na 2015 dalend en is in 2017 1%-punt hoger dan landelijk. Ten opzichte van de vergelijkingssteden worden de verschillen in de loop van de tijd steeds kleiner. Dit komt vooral door de matiging in de loop van de tijd van het hoge aandeel corporatiehuurders met een betaalrisico in andere steden (Enschede, Groningen, Arnhem, vooral).

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 05/07/2020 11:34:54 met de export van 05/07/2020 11:26:38