Stads- en Wijkmonitor 2020

Programma's

Welzijn en Zorg

Participatie en inzet voor anderen

Deze module gaat over de zelfredzaamheid van Nijmegenaren, het omgaan met anderen en inzet voor de stad/naasten.

Ruim 9 op de 10 Nijmegenaren kan goed voor zichzelf zorgen

Sinds 2013 ligt het aandeel Nijmegenaren dat aangeeft (zeer) goed voor zichzelf te kunnen zorgen stabiel op 92%. Wel zijn er groepsverschillen. Gekeken naar leeftijd laat de figuur zien dat met name Nijmegenaren van 75 jaar en ouder (73%) zich minder zelfredzaam voelen. Ook ligt de zelfredzaamheid lager naarmate inwoners een lagere welstandsklasse(/sociaaleconomische status) hebben (77% tot 84%). Tot slot blijven Nijmegenaren met een migrantenachtergrond wat achter (86% westers, 85% niet-westers) op inwoners met Nederlandse achtergrond (93%). Naar stadsdelen (niet opgenomen in de figuur) zijn de verschillen beperkt; in het Centrum is de zelfredzaamheid het hoogste (95%), in Dukenburg ligt het wat lager (87%).


Figuur: Ervaren zelfredzaamheid (2013 – 2019)
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen

Figuur: Zelfredzaamheid naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), herkomst
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Werkenden vinden hun dagelijkse bezigheden het vaakst zinvol

Nijmegenaren geven gemiddeld een 7,8 voor de mate waarin zij hun dagelijkse bezigheden zinvol vinden. In onderstaande figuur is te zien hoe dit oordeel varieert naar de dagbesteding van inwoners. Nijmegenaren die werkzaam zijn als zelfstandige (8,0) of betaald werk hebben (7,9) ervaren het sterkst dat zij een zinvolle dagbesteding hebben. Dit wordt het minst ervaren door inwoners die arbeidsongeschikt zijn (6,7) en Nijmegenaren die aangeven dat zij werkloos zijn (7,0).

Figuur: Cijfer voor de mate waarin inwoners een zinvolle dagbesteding hebben
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Meer Nijmegenaren dan voorheen kampen met eenzaamheid

Het aandeel Nijmegenaren dat te maken heeft met (zeer) ernstige eenzaamheid (emotioneel en/of sociaal) is 12%, zo blijkt uit de gezondheidsmonitor van de GGD (2016). Dat is wat hoger dan in 2012 (8%). Opvallend is dat 35 tot 64 jarigen het vaakst (zeer) ernstig eenzaam zijn. Ook zijn er flinke gebiedsverschillen (niet opgenomen in de figuur); in Lindenholt, Dukenburg en Nijmegen- Nieuw-West ligt het aandeel ernstig eenzame inwoners tussen de 15 en 22%. In de andere stadsdelen is dit 7 à 9%.

Figuur: Aandeel (zeer) eenzame inwoners naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: Gezondheidsmonitor GGD (2016)

Nijmegenaren in laagste welstandsklasse en met niet-westerse migrantenachtergrond hebben wat vaker onvoldoende contacten

In aanvulling op bovenstaande paragraaf over (sociale en emotionele) eenzaamheid, is in gemeentelijk onderzoek (2019) gevraagd of inwoners vinden dat zij voldoende contacten hebben met anderen (buiten werk/school en het eigen huishouden). Onderstaande figuur laat zien dat 72% vindt voldoende contacten te hebben met andere mensen. 16% is tevreden over de beschikbare contacten, maar zou er wel meer willen. 12% geeft aan over onvoldoende contacten te beschikken. Hiermee vinden wat minder inwoners dat zij voldoende contacten hebben dan in 2017 (76%, tegen 72% in 2019), terwijl meer inwoners aangeven te weinig contacten te hebben (9% in 2017, tegen 12% in 2019).

Onderstaande figuur laat ook zien welke groepen achterblijven bij het hebben van voldoende contacten. Inwoners tussen de 19 en 34 geven vaker aan dat zij tevreden zijn over hun contacten, maar ook méér contacten zouden willen (21% tegen 16% in de totale bevolking). Inwoners in de laagste welstandsklasse geven veel vaker aan dat zij onvoldoende contacten hebben (28% tegen 12% in de totale bevolking). Dit geldt ook voor Nijmegenaren met een migrantenachtergrond. Voor inwoners met een westerse migrantieherkomst gaat het om 18%, voor Nijmegenaren met een niet-westerse migrantieherkomst om 28% (tegen 12% gemiddeld).


Figuur: Aandeel (zeer) eenzame inwoners naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), herkomst
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Ten opzichte van 2017 zijn vooral inwoners in de laagste welstandklasse en Nijmegenaren met een niet-westerse migrantieherkomst minder tevreden met het aantal contacten dat zij hebben. Beide groepen geven vaker aan dat zij onvoldoende contacten hebben (resp. +9 en +7 procentpunt). Tot slot geven inwoners tussen de 19 en 34 jaar vaker aan dat ze tevreden zijn met de contacten die zij hebben, maar toch meer contacten zouden willen (+5 procentpunt).

Verschillen in sociaal klimaat tussen stadsdelen

Voelen Nijmegenaren zich verbonden met hun buurt en buurtgenoten? De score voor het zogenaamde sociale klimaat ligt gemiddeld op 5,8 en is daarmee sinds 2015 onveranderd. Wel zijn er aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. Onderstaande figuur laat zien dat Nijmegen-Noord (6,6) en Nijmegen-Oost (6,3) het hoogst scoren. Het Centrum scoort net als voorgaande jaren het laagst (5,0), maar laat wel een positieve ontwikkeling zien ten opzichte van 2017 (4,7).  


Figuur: score sociaal klimaat (verbondenheid buurt en buurtgenoten)
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Onderdeel van het sociale klimaat in de buurt is de omgang tussen mensen met een verschillende herkomst. 47% van de Nijmegenaren die zeggen dat zij in een gemengde buurt wonen, vindt dat buurtbewoners met verschillende achtergronden (heel) goed met elkaar samenleven. 32% oordeelt neutraal, 12% weet het niet en de overige 10% is negatief. In de volgende wijken is relatief weinig voor ‘goed’ (31-44%) en relatief veel voor ‘slecht’ (11-22%) gekozen: Wolfskuil, Neerbosch-Oost, Heseveld, Grootstal, Meijhorst en Malvert. Opvallend is dat Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond veel vaker vinden dat verschillende groepen in de buurt goed samenleven (70%) dan inwoners met een Nederlandse achtergrond (44%).

Ruim de helft van de Nijmegenaren zet zich in voor hun omgeving, vooral 50 tot 74-jarigen

Hoeveel Nijmegenaren zetten zich in voor de stad? Gemeentelijk onderzoek laat zien dat 54% van de volwassen Nijmegenaren minstens één keer per maand actief is voor een vereniging, de eigen buurt en/of hulp of mantelzorg geeft aan naasten. Dit aandeel ligt (sinds de eerste meting in 2013) de laatste jaren tussen de 52% (2015) en 55% (2017). 30% is actief op één van de genoemde terreinen, 16% op twee of meer.

Onderstaande figuur geeft weer hoe groot de inzet is van verschillende inwonersgroepen. Te zien is dat er grote verschillen zijn tussen leeftijdsgroepen. De inzet wordt groter naarmate leeftijd toeneemt; van 39% van de 19 tot 34-jarigen tot 73% van de 65 tot 74-jarigen. Onder de 75-plussers neemt de inzet weer wat af, maar nog altijd is 53% ten minste maandelijks actief voor een vereniging, de buurt en/of naasten. Nijmegenaren met een niet-westerse migrantieherkomst zijn wat minder vaak actief (46%) tegen 55% onder inwoners met een Nederlandse achtergrond. Verder valt op dat welstandsklasse (/sociaaleconomische status) en geslacht geen rol van belang spelen bij de mate waarin inwoners zich inzetten voor de stad.

Figuur: Aandeel inwoners dat zich maandelijks inzet buurt, vereniging en/of naasten naar geslacht, leeftijd, sociaaleconomische status (SES), herkomst
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

Ruim 20.000 mantelzorggevers, ruim 5.000 mantelzorgontvangers

Gemeentelijk onderzoek laat zien dat 14% van de volwassen Nijmegenaren (ruim 20.000 personen) wekelijks of dagelijks mantelzorg geeft. Dat is vergelijkbaar met de 13% uit het gemeentelijk onderzoek uit 2017. Naast inwoners die dagelijks of wekelijks mantelzorg geven, zijn er ook minder frequente mantelzorgers. Het gaat om 6% die op maandelijkse basis mantelzorg geeft en 3% die minder dan één keer per maand mantelzorg geeft.

De gezondheidsmonitor van de GGD (2016) komt met een vergelijkbaar aandeel (frequente) mantelzorgers; 12%. Het gaat dan op mensen die minimaal 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week, zonder betaling, zorg of hulp geven aan een bekende uit eigen omgeving. Hetzelfde onderzoek laat zien dat ongeveer een zesde van deze mantelzorgers te maken heeft met enige of zware overbelasting.

Niet alleen volwassen Nijmegenaren geven mantelzorg; van de scholieren zegt 16% dat hij of zij mantelzorger is. Dat blijkt uit onderzoek van de GGD onder Nijmeegse scholieren (2015). Het gaat wat vaker om meisjes (19%, tegen 14% van de jongens), leerlingen van het vmbo (20%, tegen 14% op havo/vwo) en vierdeklassers (19%, tegen 12% bij tweedeklassers).

Zo'n 4% van de Nijmegenaren krijgt mantelzorg (vermoedelijk vaak van meerdere mantelzorgers); zo’n 5200 inwoners. Dit beeld is hetzelfde als in 2017. 15% van de inwoners die mantelzorg krijgen, geeft aan dat zij meer mantelzorg nodig hebben dan zij daadwerkelijk krijgen. Daarnaast zijn er ongeveer 1000 inwoners die behoefte hebben aan mantelzorg maar dit niet krijgen.

Figuur: Inwoners die mantelzorg krijgen en inwoners die mantelzorg geven
Bron: Burgerpeiling gemeente Nijmegen (2019)

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 05/07/2020 11:34:54 met de export van 05/07/2020 11:26:38